Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn om de website zo goed mogelijk te laten functioneren. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies worden geplaatst.
Vrije koloniën van Weldadigheid
Tweehonderd jaar geleden richt Johannes van den Bosch de Maatschappij van Weldadigheid op. Het doel van de maatschappij is om arme gezinnen, bedelaars en zwervers te huisvesten in koloniën, waar ze onderdak krijgen, naar school gaan en op het land werken. Dit met het doel dat ze, na een aantal jaren in de kolonie, weer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.
Proefkolonie
In 1818 legt Van den Bosch zijn eerste Kolonie aan. Het is een proefkolonie waar 52 gezinnen gaan wonen. De Kolonie wordt aangelegd op en rondom het bestaande landgoed Westerbeeksloot. Het voormalige landhuis, Huis Westerbeek, wordt het centrum van de Maatschappij van Weldadigheid. Volgens een strikt raster worden hoofd- en zijwegen aangelegd. Langs de wegen worden op gelijke afstand van elkaar koloniehuisjes gebouwd. Ieder huisje heeft een eigen stukje grond, waar de kolonisten hun eigen voedsel kunnen verbouwen. Later in de 19e eeuw worden hier net als in de andere Koloniën van Weldadigheid grotere boerderijen toegevoegd om de opbrengst te verhogen.
Een nieuwe start
Twee maanden na de start van de bouw, op 29 oktober 1818, arriveren de eerste gezinnen. Bij aankomst ontvangen ze een kledingpakket met daarin een blauw uniform, hemden, borstrokken, klompen en schoenen. Vervolgens mogen ze hun intrek nemen in hun nieuwe huis. Dit was voor de kolonisten, die daarvoor in erbarmelijke omstandigheden woonden of op straat rondzwierven, een bijzondere gebeurtenis. De Kolonie van 310 hectare werd Frederiksoord genoemd.
Nog twee Drentse koloniën
Tussen 1820 en 1822 zijn de vrije koloniën Wilhelminaoord en Boschoord gebouwd. Wilhelminaoord lijkt qua ruimtelijke opzet sterk op Frederiksoord, met rechte lanen waarlangs in een ritmisch patroon de koloniehuizen staan. Ook zijn er verschillende voorzieningen, waaronder een kerk, begraafplaats, mandenmakerij en hoeves.
Vooral de scholen vallen op. Er is basisonderwijs voor alle kinderen terwijl schoolplicht pas een eeuw later algemeen werd, en ook vakonderwijs in tuinbouw en bosbouw, zelfs van internationale allure. Zo werd de landbouwschool in Wateren bijvoorbeeld opgezet met de bekende Zwitserse pedagoog Pestalozzi . Boschoord is vanwege de arme grond al vroeg in de 19e eeuw omgevormd tot productiebos in plaats van akkers. De Koloniën Wilhelminaoord en Boschoord, met een totaaloppervlakte van 779 hectare, werden in 1825 samengevoegd tot Kolonie II.
Willemsoord
De derde vrije Kolonie die de Maatschappij van Weldadigheid stichtte is Willemsoord in Overijssel. De Kolonie van 131 hectare werd tussen 1821 en 1823 gebouwd. In het centrum ligt een kruispunt, vanwaar rechte lanen lopen met daarlangs lintbebouwing. Je vindt er ook grote koloniehoeves, maar ook de sporen van een joodse buurtschap. Van den Bosch was zelf erg enthousiast over de ruimtelijke opzet van deze Kolonie, omdat hij vanaf het centrale plein alle straten kon overzien.
Naast de vrije koloniën, werden in Veenhuizen een onvrije Kolonie gebouwd, voor het onderbrengen van weeskinderen en bedelaars.