Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn om de website zo goed mogelijk te laten functioneren. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies worden geplaatst.
Lukis en Dryden
Lukis en Dryden zijn twee Britse onderzoekers die in 1878 voor drie weken naar Drenthe afreisden, om daar de hunebedden te onderzoeken en in kaart te brengen. Ze deden dit op verzoek van de Society of Antiquaries in Londen, een genootschap dat zich ernstig zorgen maakte over de manier het behoud en de bescherming van dit bijzondere prehistorische erfgoed.
Herstelwerkzaamheden
Rond 1870 waren de meeste hunebedden in Drenthe in het bezit van de rijksoverheid en de provincie gekomen. De lokale autoriteiten besloten de hunebedden op te knappen, maar deden dit zonder eerst archeologisch onderzoek te doen. Tijdens deze ‘restauraties’ werden de plaggen op de hunebedden, de zogenaamde ‘dekheuvels’ verwijderd en werden omgevallen stenen zonder kennis en documentatie weer teruggeplaatst. Ook werden de voorwerpen die bij de herstelwerkzaamheden werden ontdekt, niet of nauwelijks bestudeerd.
Britse experts
Ontsteld door deze barbaarse restauratiepraktijken, besloot het Engelse oudheidkundige genootschap de Society of Antiquaries om twee onderzoekers naar Drenthe te sturen. Op 1 juli 1878 arriveerden William Collings Lukis en sir Henry Dryden in Drenthe. Lukis was een landedelman met grote interesse in wapens, kerken, kloosters en megalieten. Dryden een Anglicaanse dominee die tijdens zijn zomervakanties megalieten bestudeerde. Beide mannen hadden veel ervaring met het documenteren van megalieten.
Onvermoeibaar
In dertien werkdagen werden maar liefst veertig hunebedden buitengewoon nauwkeurig opgemeten door Dryden, terwijl Lukis beschrijvingen maakte en plattegronden en aanzichten tekende met een camera lucida. Onvermoeid door al het tekenwerk, tekenden ze op hun vrije zondag ook nog het aardewerk in het Drents Museum en de oude kerken in Anloo en Vries. Op de terugweg maakten ze ook nog een tussenstop in Leiden, waar ze een aantal vondsten uit de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden documenteerden.
Nauwkeurige documentatie
Tot op de dag van vandaag zijn de plattegronden, tekeningen en beschrijvingen die Lukis en Dryden van de hunebedden maakten een belangrijke bron van informatie over de toestand van de hunebedden aan het einde van de 19e eeuw. Voor Nederlandse begrippen was hun nauwkeurige manier van documenteren van een ongekend hoog niveau. De tekeningen van Drentse hunebedden bevinden zich in Londen (Society of Antiquaries), Oxford (Ashmolean Museum) en in het Drents Museum te Assen.