Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn om de website zo goed mogelijk te laten functioneren. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies worden geplaatst.
Beschavingsoffensief
John en Dorothy Keur
In 1952 arriveert vanuit New York het echtpaar Dorothy en John Keur in Drenthe. Ze hebben het dorp Anderen uitgekozen om een jaar lang antropologisch onderzoek te doen naar het traditionele dorpsleven. Geen onlogische keuze, want in het kleine Drentse gehucht is er tot die tijd nog weinig veranderd.
Veldonderzoek
Het onderzoek van Dorothy en John Keur draagt de naam 'The Deeply Rooted' en is het eerste antropologische veldonderzoek dat in Nederland is gedaan. Een jaar lang verbleef het echtpaar in het dorp en sloegen ze nauwgezet de dagelijkse gang van zaken gade. Ook zaten ze met ieder gezin minimaal twee keer om de tafel voor een interview over hun leven.
Hechte gemeenschap
In hun onderzoek beschrijven de Keurs dat Anderen op dat moment 280 inwoners telt. Het zijn vrijwel allemaal boerenfamilies, die onderling aan elkaar verwant zijn. Er wordt getrouwd met dorpsgenoten of met een meisje of jongen uit een dorp verderop. Het is dan ook letterlijk en figuurlijk één grote familie, wat zorgt voor een sterke gemeenschapszin.
Een vast ritme
Het leven in het dorp wordt bepaald door het ritme van de seizoenen. De deuren staan altijd open. De kinderen gaan niet naar de kleuterschool, want die kent het dorp niet. Wel is er een lagere school. De hoofdmeester is de enige persoon in het dorp die niet uit Drenthe komt. Na de lagere school volgen de jongeren hoogstens een paar jaar agrarisch onderwijs.
Kleine wereld
Er zijn in 1952 twee kruidenierszaken in Anderen, die worden gerund vanuit de voorkamer van een boerderij. Alleen de bakker, de smid en de cafébaas hebben een eigen bedrijf. Het belangrijkste vervoermiddel is de fiets. Ook zijn er tien brommers en is er één auto in het dorp. Op vakantie gaan doen de inwoners niet. De verste uitstap die ze maken is naar Groningen, dat zo’n dertig kilometer boven Anderen ligt.
Iedereen is gelijk
Er wordt nooit iets gestolen in het dorp. De Keurs schrijven hierover: “Het respect voor andermans eigendom is zo sterk, dat in de zes jaar dat de bovenmeester nu in Anderen werkt, hij nog nooit een potlood heeft gemist.” Ook is er weinig verschil in rijkdom. Hoewel de ene boer meer grond bezit dan de andere, zijn er geen klassenverschillen in het dorp.
Inwoners van buiten
Na het bezoek van John en Dorothy Keur is Anderen flink veranderd. De tijd stond er in de tweede helft van de 20e-eeuw niet langer stil. Het dorp is groter, er rijden meer auto’s en er wonen veel mensen van buiten het dorp en de provinciegrenzen. Dat laatste is voor de oude dorpsbewoners misschien nog wel het grootste verschil.